De eerste jaren (competitieroeien)
Zoals bij zovelen kwam ik bij toeval met roeien in contact. Dit gebeurde in 1994. In de intreeweek van de Universiteit van Amsterdam gingen we met ons groepje eten bij een roeivereniging, Nereus. Dat vergde wat aanpassing, omdat ze bij Nereus niet aan banken, tafels en stoelen doen. Het enige waar we op konden zitten waren de twee vaste houten banken in de koepel. We werden overspoeld met informatie over roeien, mochten op een ergometer zitten (goh, je hebt er gevoel voor...!!) en zelfs een stukje in een c4 roeien. In een opwelling heb ik besloten me dan maar hier aan te melden, want ik wilde toch sporten (eigenlijk doorgaan met hockey wat ik al jarenlang deed).
Ik kwam in een afroeiploegje terecht met een meisje dat bang werd als we hard gingen roeien. Gelukkig deed zij niet mee met de afoeiwedstrijden en ik geloof dat we t best aardig deden. In mijn eerste jaar bij Nereus haalde ik de club-4 selectie niet, dus ben ik maar gaan oocuz roeien. Dat komt er kort gezegd op neer dat je geen coach hebt. Het heeft me heel wat moeite gekost dit ploegje een keer naar ouderkerk te laten roeien. We hebben zelfs oocuz-wedstrijden gestart en dat ging ook best aardig, ware het niet dat de stuurboord roeister voor me wel erg vaak snoekte (met je riem in het water blijven hangen). Op mijn voorstel om dan te wisslen met mij (zodat ze mij kon nadoen), kreeg ik te horen dat ' het gewicht' in het middenschip moest. En Tja, er was inderdaad wel wat verschil van gewicht.
In mijn tweede (1995-1996) jaar heb ik mij aangemeld voor de club-8 selectie. Ik ging in dat jaar verhuizen (en besteedde veel tijd aan verbouwen en opknappen) en dacht dat ik daardoor geen tijd had voor de hoeveelheid trainingen van wedstrijdroeiers. Hier had ik mij in vergist. Wij trainden met de club-8 selectie minstens zo vaak als de wedstrijdselectie. In december werd de selectie bekend gemaakt. Op mijn ergometerscore van 7.55 (over 2km) ben ik in ieder geval niet ingeselecteerd. Blijkbaar bewoog ik wel aardig. Op de Heineken Roeivierkamp (de eerste lange afstand wedstrijd van het seizoen en erg belangrijk voor competitieroeiers en 1e jaars wedstrijdroeiers) gaven we ons visitekaartje af door ruimschoots te winnen en zelfs sneller te varen dan de 1e jaars wedstrijddames. Dit gaf wel wat opschudding op Nereus (en zelfs erbuiten). Ons seizoen is geheel winnend verlopen met ook nog enkele baanrecords. Bovendien konden we als competitieroeier ook genieten van de andere kant: vooral op donderdag (of vrijdagochtend?) lag geen van ons geloof ik echt vroeg in bed.
In dit jaar was ik ook al in contact gekomen met enkele wedstrijdroeiers. Marit van Eupen, Susannah Chayes en Cora Zillig wilden op de Koninklijke MaasHollandbeker (KMHB) lichte vierzonder starten en hadden daarvoor een vierde roeister nodig. Josy Verdonkschot had mijn club acht met mij op slag zien varen en had mij bij hen aangeraden. Ik mocht dus proef-varen met Susannah in een 2-zonder met big-blades (in de club-8 voeren we nog met macon-bladen) met Marit op de kant. Erg leuk, maar het feest ging niet door omdat de tegenstand zich had teruggetrokken
|
Luzern 1998 in de 2- Brons
Ik op boeg, marit op slag en coach Anita Meiland op de kant
|
|
De 2- (wedstrijdroeien)
In 1997 maakte ik dan eindelijk de overstap naar wedstrijdroeien. Ik kwam terecht in de middengroep dames, maar in een ploegje (4+) met allemaal derdejaars roeisters. Als kleine lichte mug (1.72m en ongeveer 58 kilo) met een ergometerscore van 7.55min en ook nog eens op slag, werd ik niet zo geaccepteerd in de ploeg. Ze hadden ook op iets heel anders gerekend (zeg 1.85m 72kilo en 7.20min). Na de novembervieren hebben zij mij uit de vier gezet: omdat ik de geheime regels van het wedstrijdroeien niet kende. Nou haha, mijn wraak is zoet. Ik zeg nog steeds: op pindakaas win je geen wedstrijd! Zelfs in mijn eerste jaar versloegen we dit viertje al met een instap-combinatie. Marit was dit jaar naar Nereus gekomen en viel bij de ouderejaarsdames een beetje buiten de groep. Ik geloof dat Marit het niet heel erg vond. Met mij (we voeren al 1 keer in de week voor de lol in een twee-zonder) kon ze misschien wel haar droom gaan verwezenlijken. Naar de WK in de lichte dames tweezonder. En zo ontdekte ik eigenlijk ook dat ik licht was.
Marit en ik gingen dus aan de slag in de twee-zonder. Marit was een erg goede leerschool. Omdat Marit al SA was, konden we in het seizoen alleen in SA velden starten. (ter verduidelijking: als je begint (o overwinningen op 2km-wedstrijden) ben je beginneling, na 1 overwinning ben je nieuweling, na 3 overwinningen ben je overgangs en na 8 overwinningen ben je SA). Als lichte roeiers heb je standaard ook al een kracht-achterstand op zware roeiers, dus dit was op alle fronten meteen het diepe in. In ons eerste jaar hebben we dan ook niets gewonnen. Doel was op een gegeven moment finale halen. Als leuke uitstapjes hadden we Gent en de Worldcup in Munchen. In Munchen konden we in het lichte dames tweezonder veld starten. Voor het eerst leerde ik ook wat erbij kwam kijken om op gewicht te komen en te zijn (oh, dus je mag vlak voor een wedstrijd weer wel taart eten??). Met zware tegenwind werden we tweede in een veld van twee.
Het seizoen 1997-1998 begon meteen al goed. In November waren er bondstrials op de Bosbaan over 8km en 2km en we wonnen op zaterdag de trial van alle zware tweezonders. Op de 2km kwamen we net iets te kort, maar de toon was gezet. Ook op de Hel van het Noorden wisten we te winnen. We trainden in de Amsterdam Groep die werd gecoached door Anita Meiland en Ruud Stokvis. Dit werkte erg stimulerend. Zo kon je namelijk tegen en met elkaar roeien. Zo verdienden we een uitzending in de acht naar Keulen en zaten er twee lichte miepen in een zware dames acht. Dit seizoen gingen we dus voor het eerst een aantal keer met de equipe op pad. Helaas hadden we ook wat meer last van blessures, zowel voor Marit als voor mij. Dat gooide af en toe wel wat roet in het eten. Bijvoorbeeld in Luzern. Daar waren de na-effecten van blessures nog duidelijk merkbaar en moesten we een eerste plaats afstaan om derde te worden. Na Luzern gingen we meteen hard aan de slag om dat we nog een kwalificatie-tijd moesten neerzetten voor de WK in Keulen. Alleen, al heel snel lag Marit plotseling in het ziekenhuis en bleek ze een longembolie te hebben (gehad). Ik zag nog niet meteen de ernst van de situatie in, maar langzaam drong tot me door dat 'ons' WK er dit jaar toch niet meer in zat. Ik ben meteen als een razende in de skiff gaan trainen. Aangezien ik hier nog geen ervaring in had (opeens twee riemen tegelijk bewegen!) en wel naar de olympische spelen in Sydney wilde.......
|
Op weg naar OS Sydney 2000
1998-1999 bestond voor mij dus voornamelijk uit skiffen. Ik heb wel dat jaar veel samen getrained met Liesbeth de Boer van Okeanos en daar ook enkele wedstrijden in de dubbel (SA) mee gestart. Ik kon ook -eindelijk- gewoon beginnen in beginnelingen en nieuwelingen-velden. Maar voor het wedstrijdseizoen begon, werd ik door Kris Korzeniowski (toenmalig lichte dames bondscoach) uitgenodigd om mee te doen aan de skiff-trials van de bond in januari. Een van de redenen hiervoor was het feit dat ik mijn ergometerscore had teruggebracht naar 7.18. De trials waren een leerzame ervaring. Ik kwam in ieder geval goed laatste, maar dat was ook niet echt verrassend volgens mij. In het seizoen heb ik veel wedstrijden gestart, maar ook altijd wel een SA-nummer. Met Liesbeth ben ik nog naar Gent geweest en we hebben daar tegen reuzen van vrouwen geroeid en gewonnen. Aan het einde van het seizoen ben ik met een aantal sub-top meisjes in een vier gaan zitten (Mariel Pikkemaat, Aukje Zuidema, Mascha van de Hum en ik) en zijn daarmee naar Luzern gegaan. En daar zijn mooie verhalen over te vertellen..........maar zo uitgebreid ga ik daar hier niet op in. Na Luzern kreeg ik van Kris K. te horen dat ik een uitzending naar een wedstrijd in Kopenhagen had verdiend, in het kader van development(na dit jaar kwam er zelfs specifiek een development coach). Ik mocht in de dubbeltwee (omdat dat het olympische nummer is) en zelf mijn roeimaatje uitkiezen. Ik koos voor Aukje Zuidema. Verder mocht ik ook helemaal zelf mijn uitzending regelen, zoals hotelovernachtingen, botentransport, inschrijvingen en dergelijke. Het was een leuke verlenging van een succesvol seizoen (12 blikken, waarvan 7 2km blikken).
Op de WK 1999 voer Marit in de skiff (haar eerste wk) en plaatsten Laurien Vermulst en Hedi Poot de lichte dames dubbeltwee voor de olympische spelen in Sydney. Vervolgens ging de boot 'dicht'. Er werd een kans gegeven in april op de Randstad Regatta om deze dubbel uit te dagen en dat was het. In November waren er wederom dames-skiff-bondstrials. Hedi Poot en Mirjam ter Beek stonden hier geblesseerd aan de kant, voor de rest deed iedereen mee. De uitslag was goed: ik werd vierde, niet al te ver achter Pieta van Dishoeck, Eeke van Nes en Marit. Achter ons was toch wel een gat. Na dit weekend werd er bij de lichte dames flink op losgebeld wie er met wie in een dubbel wilde om een tegen-dubbel te gaan vormen. Uiteindelijk zijn Marit en ik weer met elkaar in de boot gestapt met een doel: in april de bonds dubbel verslaan. Mirjam vormde een dubbel met Rebecca dus er waren twee tegen-dubbels actief. In februari hadden we ons eigen trainingskamp naar Sevilla geregeld. Susannah heeft ons daar gecoached en volgde trouwhartig het schema van Josy (onze coach). Ik heb het daar flink te verduren gehad. Veel tubbend (dan roeit er maar een van de twee) vaste bank roeien, en maar die armen hoog aanhalen. Verder hadden mijn handen het flink te verduren. Op elk kootje en in mijn handpalm had ik een blaar. Daar heb ik op een gegeven moment maar wielrenhandschoentjes voor gekocht, want we konden het ons niet veroorloven een training over te slaan. En ik maakte kennis met de hongerklop. Het trainingsschema was zo intensief dat ik af en toe tijdens een training hongerklop kreeg omdat ik nog niet helemaal gewend was ernaar te eten. Vanaf toen werden er ook energierepen mee de boot ingenomen. Je kan begrijpen dat er wel wat traantjes gevloeid hebben. Ik had mij bijvoorbeeld ook erg verheugd op de eerste vrije middag om wat van Sevilla te gaan zien, maar ik was zo uitgeblust dat ik die hele middag alleen maar op bed kon liggen.
En toen kwam april eraan. Alleen was Hedi weer geblesseerd dus kon de uitdagingsrace niet doorgaan. Er werden nieuwe afspraken gemaakt. De twee tegen-dubbels zouden op de randstad toch tegen elkaar varen om uit te maken wie het internationale circuit in mocht om vormbehoud te tonen. In Juni zou die dubbel dan tegen de bondsdubbel varen in een best of three. Op de randstad wonnen wij erg ruim van de andere dubbel in ook een zeer goede tijd. Vervolgens gingen wij naar Duisburg om vormbehoud te tonen en werden daar tweede. Dit alles zorgde al voor wat onrust bij de bondsdubbel omdat Mirjam en Rebecca weleens gespard hadden met Laurien en Hedi en dat geloof ik vrij gelijk op ging. Bovendien werden wij op de eerste worldcup in Munchen wederom tweede, voor de olympisch kampioenen (de roemenen). Daarna lag de bondsdubbel defintief op zijn gat en ging Hedi door met Mirjam. Hoewel dit niet de afspraak was voor de trial, besloten wij hier niet moeilijk over te doen en alles sportief te zullen uitvechten. En zo geschiedde. Wij wonnen beide trials en werden aangewezen als de olympische dubbel. Er viel even een last van onze schouders van ons wedstrijd na wedstrijd moeten bewijzen. Onderdeel van het verdere olympische traject waren nog verscheidene trainingskampen, zoals na Luzern in Varese, Italie en natuurlijk het pre-olympische trainingskamp in Maroochydoore, Australie. Hier heb ik zeker goede herinneringen aan, maar niet aan het roeiwater. Een zilte rivier vol bochten. Dat is wel wat anders dan de 2km rechtdoor op een wedstrijd. Ook de olympische spelen waren een hele ervaring, maar daar kan je een heel boek over volschrijven dus ook daar ga ik niet over uitwijden. We hebben in ieder geval een zeer goede zesde plek behaald. Gezien met waar we vandaan kwmaen, mogen we daare zeker trots op zijn.
Sydney tot Athene
Het seizoen 2000-2001 was eigenlijk niet zo bijzonder. Josy werd bondscoach en we werden met de lichte dames op een hoop gegooid. Er werd geraced om de snelste combinatie in de dubbel en daar kwamen Marit en ik weer uit. Ik vind het wel leuk (en het was heel verrassend) dat ik de overall skiffhead won. Het seizoen was wel aardig, maar ik kan me verder niet iets bijzonders of opvallends herinneren.
Het seizoen 2001-2002 was juist weer wel apart. Dit jaar werd er besloten dubbels te testen en niet te racen voor de snelste combinatie, hetgeen dus ook niet gebeurde. Ik werd eerst met Aukje in een dubbel geplaatst voor de Randstad en Duisburg, maar dat was niet zo'n succes. Vervolgens kwam ik met Mirjam in een dubbel en dit ging eigenlijk best leuk en het was ook leuk. We wonnen de NK en werden helaas net vierde op de worldcup in Hazewinkel. Alle andere lichte dames waren hier aan het skiffen. Marit en Hedi gingen vervolgens ook in een dubbel en in Luzern lagen twee nederlandse dubbels in de finale. Het was echter aangegeven dat dit geen selectiewedstrijden waren. Marit en Hedi wonnen met 2 seconden van ons en wij werden daarmee weer 4e. Toch werden Marit en Hedi aangewezen als de WK-dubbel en mocht ik kiezen voor de dubbelvier of skiff. Ik koos voor de skiff en moest op de worldcup in Munchen met Mirjam (zilver WK 2001) uitvechten wie in de skiff naar de WK mocht. Ik won deze selectie door 2e te worden (Mirjam werd 5e). Vervolgens mocht ik nog een keer kiezen of ik in de 4x of in de 1x naar de wk wilde, omdat in de 4x je practisch al een medaille hebt en de skiff een moeilijkere weg is. Toch koos ik voor de skiff omdat je je daar beter persoonlijk in kan ontwikkelen. Ik ontdekte ook dat ik toch meer een skiffeuse was en het me beter afging om hard te skiffen dan ik zelf had vermoed. Ik heb uiteindelijk een superleuke zomer gehad in de skiff. Helaas kreeg ik vlak voor de WK een stressfractuur al wist ik dat zelf niet. Ja, het deed veel pijn als ik roeide, maar men beweerde dat het echt geen stressfractuur was. Een scan achteraf toonde aan dat er toch sprake was van een stressfractuur. Het heeft wel mijn toernooi beinvloed, maar ik heb niet opgegeven en heb juist alles gegeven.
Seizoen 2002-2003. Mirjam was overgestapt naar de open klasse en zo bleven we met 3 meisjes over voor de selectie voor de dubbel2. Hedi, Marit en ik. In het najaar was ik nog herstellende van mijn blessure en trainde gewoon ieder voor zich. In het eerste en tweede trainingskamp rouleerden we door in de dubbel. In de skiff sparden we tegen elkaar en het viel op dat Hedi toch wel een stuk langzamer ging. In het voorjaar, net voordat het seat-racen zou beginnen, gaf Hedi aan te stoppen met wedstrijdroeien. Dit was voor ons niet zo'n verrassing. Het was te merken dat Hedi al een tijdje niet lekker in haar vel zat. En plots was zo dus de selectie rond. Door omstandigheden stapten we pas vlak voor de eerste worldcup in de dubbel en met slechts enkele trainingen en zonder verwachtingen, haalden we zomaar zilver. Ook voor de tweede worldcup hebben we die 'openheid' geprobeerd te bewaken en hebben we wat meer uitdaging in de race proberen te gooien: niet meer accepteren dat de duitsers ervoor liggen, maar ze aanvallen en voorbij varen. Hetgeen bijna lukte en weer een zilveren medaille opleverde. In Luzern waren we hot. Maar dit is meer een achteraf bevinding dan dat ik dat op dat moment zo ervoer. Helaas waren de duitsers uitgevallen voor de finale. Ik denk dat we een behoorlijk optimale race gevaren hebben daar. Het feit dat we daar ook een baanrecord gevaren hebben en de wereldkampioenen (de australiers) verslagen, laat dat misschien nog wel het duidelijkst zien. Het is wel een geweldig gevoel om eindelijk te winnen, goud! Helaas hebben we op de wk weer niet kunnen laten zien wat we waard zijn. We voeren een aardig toernooi, maar de derde plek in de halve finale en daarna de verkeerde buitenbaan loten was de nekslag. Juist op de finaledag kwam vlak voor onze race een schuine tegen-wind opzetten die onze baan vol in de golven legde en de overkant juist niet. Het was vechten tegen de verkeerde tegenstander wat we niet konden winnen. 6e. En het frustrerende is dat je gewoon nog steeds niet echt weet wat we die wedstrijd nou waard waren (in eerlijke omstandigheden). Toch echt geen 6e plek. Volgend jaar beter dan maar!
|
worldcup Munchen 2002 Zilver
Mijn eerste internationale wedstrijd in de skiff bleek veel beter te gaan dan ik zelf had gedacht. Door wat onhandigheid liep ik net het goud mis.
|